Fundamenten van het Geloof 13 Rechtvaardiging door geloof

Gelooft u het getuigenis van God, zijn Zoon en zijn dienaren?

God openbaart Zich als de Heilige, die de zonden niet kan verdragen en deze veroordeelt.
De meeste mensen vrezen God echter niet. Hun denken en doen is gericht op het voldoen aan hun begeerten. Door deze aardse, vleselijke gezindheid is de mens onheilig en een vijand van God geworden.

Rechtvaardiging door geloof

Om mensen met God te verzoenen, heeft Christus Jezus zijn leven gegeven als losoffer. Hierdoor kunnen wij verlost worden van zonde en de schuld die wij daardoor hebben bij God. Maar hoe kan God ons vergeven wanneer Hij geen zonde kan verdragen en daarover toornt?

Hij kan toch niet doen ofwij ze niet gedaan hebben?

Nee, dat is niet in overeenstemming met Zijn rechtvaardigheid! Onze zonden zijn niet te ontkennen en te verbergen. Ze maken ons onrein en ongeschikt voor onze heerlijke bestemming. Wij zijn strafwaardig, maar omwille van Zijn Zoon rekent God ons de zonden niet toe:

“… dat God in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende was, door hun hun overtredingen niet toe te rekenen …” (2 Korintiërs 5:19)

“Zalig zij, van wie ongerechtigheden vergeven en van wie zonden bedekt zijn. Zalig de man, wiens zonde de Here geenszins zal toerekenen.” (Romeinen 4:7, Psalm 32:1)

Paulus legt in de brief aan de Romeinen uit, dat God tegenover de onrechtvaardigheid van Adam, de rechtvaardigheid van Christus Jezus stelt. En evenals ons de onrechtvaardigheid van Adam wordt toegerekend door onze verbondenheid met hem in de zonde, wordt ons de rechtvaardigheid van Christus Jezus toegerekend door onze verbondenheid met hem in geloof:

“Derhalve, gelijk het door één daad van overtreding voor alle mensen tot veroordeling gekomen is, zo komt het ook door één daad van gerechtigheid voor alle mensen tot rechtvaardiging ten leven. Want gelijk door de ongehoorzaamheid van één mens zeer velen zondaren geworden zijn, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van één zeer velen rechtvaardigen worden … opdat, gelijk de zonde als koning heerste in de dood, zo ook de genade zou heersen door rechtvaardigheid ten eeuwigen leven door Christus Jezus onze Here.” (Romeinen 5:12-21)

Met die ene daad van gerechtigheid wordt het offer van de heer Jezus Christus bedoeld. Hij heeft al onze zonden op zich genomen en in zijn lichaam aan de paal gebracht. Zijn offer bekrachtigde het verbond van genade en barmhartigheid dat God met mensen wilde sluiten.

“Want dit is het bloed van mijn verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden.” (Mattheüs 26:28; vergelijk Ef. 1:7; Kol. 1:14 Luc. 24:47Hand. 5:31; 10:43; 13:38; 26:18)

“Want ook Christus is eenmaal om de zonden gestorven als rechtvaardige vooronrechtvaardigen, opdat Hij u tot God zou brengen.” (1 Petr. 3:18; Rom. 5:7-8)

Daarom is God rechtvaardig, ook al vergeeft Hij ons en reinigt Hij ons van alle zonden die wij deden:

“Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid van God, en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. Hem heeft God voorgesteld als zoenmiddel door het geloof, in zijn bloed, om zijn rechtvaardigheid te tonen, daar Hij de zonden, die tevoren onder de verdraagzaamheid van God gepleegd waren, had laten geworden – om zijn rechtvaardigheid te tonen, in de tegenwoordige tijd, zodat Hijzelf rechtvaardig is, ook als Hij hem rechtvaardigt, die uit het geloof in Jezus is” (Rom. 3:23-26)“…

Veel meer zullen wij derhalve, thans door zijn bloed gerechtvaardigd, door Hem behouden worden van de toorn …” (Romeinen 5:9)

Niet toerekenen van zonden wordt in de Bijbel rechtvaardigen genoemd. Hiermee wordt iets geheel anders bedoeld dan het rechtvaardigen van onszelf. Dat is onszelf vrijpleiten met allerlei uitvluchten, zodat wij verkeerde dingen goedpraten (1 Kor. 4:3-5).

“3 Doch mij is voor het minste, dat ik van ulieden geoordeeld worde, of van een menselijk oordeel; ja, ik oordeel ook mijzelven niet. 4 Want ik ben mijzelven van geen ding bewust; doch ik ben daardoor niet gerechtvaardigd; maar Die mij oordeelt, is de Heere. 5 Zo dan oordeelt niets vóór den tijd, totdat de Heere zal gekomen zijn, Welke ook in het licht zal brengen, hetgeen in de duisternis verborgen is, en openbaren de raadslagen der harten; en als dan zal een iegelijk lof hebben van God.” (1Co 4:3-5 STV)

God echter ontkent onze zonden niet, maar ziet of wij oprecht berouw hebben. Op grond van oprecht berouw en bekering rekent Hij ons de zonden niet toe, verleent Hij ons vrijspraak. Bekering is:

ons omkeren op de weg van zonde en dood, om voortaan de weg tot eeuwig leven te gaan door gehoorzaam Gods wil te doen:

“Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.” (1 Joh. 1:9)

“Bekeert u en laat een ieder van u zich dopen op de naam van Christus Jezus, tot vergeving van zonden …” (Handelingen 2:38)

“Maar u hebt u laten afwassen, maar u bent geheiligd, maar u bent gerechtvaardigd door de naam van de Here Jezus Christus …” (1 Korinthiërs 6:9-11)

Berouw en bekering tot God komen voort uit geloof in zijn verlossingswerk in Zijn Zoon. In Hem bewijst Hij ons zijn liefde en genade door ons te vergeven:

“Want wij zijn van oordeel dat de mens door geloof gerechtvaardigd wordt …”(Romeinen 3:28-30; 4:1-5; zie Galaten 2:15-16; 3:11 en 24)

“Zo zij u dan bekend … dat door Hem (Christus) u vergeving van zonden verkondigd wordt … wordt ieder, die gelooft, gerechtvaardigd door Hem.”(Handelingen 13:38-39; vergelijk Romeinen 8:33-34)

“Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus, door wie wij ook de toegang hebben verkregen tot dezegenade, waarin wij staan …” (Rom. 5:1-2; Tit. 3:7)

Het geloof dat God van ons vraagt om gerechtvaardigd te kunnen worden, is te zien bij Abraham: een rotsvast vertrouwen dat God doet wat Hij belooft, getoond in het doen van wat God van hem vroeg:

“… aan de belofte van God heeft hij niet getwijfeld door ongeloof, doch hij werd versterkt in zijn geloof en gaf God eer, in de volle zekerheid, dat Hij bij machte was hetgeen Hij beloofd had ook te volbrengen. Daarom werd het hem gerekend tot gerechtigheid. Echter niet alleen om zijnentwil alleen werd geschreven: het werd hem toegerekend, maar ook om onzentwil, wie het zal worden toegerekend, ons, die ons geloof vestigen op Hem, die Jezus, onze Here, uit de doden opgewekt heeft, die is overgeleverd om onze overtredingen en opgewekt om onze rechtvaardiging.” (Romeinen 4:21-25)

“Is onze vader Abraham niet uit werken gerechtvaardigd, toen hij zijn zoon Isaak op het altaar legde? Daaruit kunt u zien, dat zijn geloof samenwerkte met zijn werken, en dat dit geloof pas volkomen werd uit de werken; en het schriftwoord werd vervuld, dat zegt: Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een vriend van God genoemd….” (Jacobus 2: 21-23)

Dit zijn niet door mensen bedachte werken, gedaan op eigen kracht, maar de geloofsdaden die God van ons vraagt. Wie deze rechtvaardigheden, goede werken of gerechtigheid doet, en niet het kwaad van deze wereld, wordt een rechtvaardige voor God genoemd. Een die voor Hem vrij van schuld is en straks bij zijn Zoon zal mogen zijn, wanneer Hij komt in heerlijkheid:

“Maar wanneer een goddeloze zich bekeert van alle zonden die hij begaan heeft, al mijn inzettingen onderhoudt en naar recht en gerechtigheid handelt, dan zal hij voorzeker leven … Geen van de overtredingen die hij begaan heeft, zal hem worden toegerekend.” (Ezechiël 18:21-22; 33:15-16)

“Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.” (Efeziërs 2:10”; zie ook 4:20-24; 5:9 Lucas 1:75)

“Voorts broeders, al wat waar is, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat … breng dat in toepassing.” (Fil. 4:8-9)

“ … dit fijne linnen zijn de rechtvaardige daden (Staten Vertaling: rechtvaardig-makingen) van de heiligen.” (Openbaring 19:6-9; vergelijk Psalm 106:30;1 Johannes 2:28-29; 3:7-10)

J.K.D.

 

Vraag ter overdenking:

Wat is de eerste openlijke daad van gerechtigheid
die God van ons vraagt?

 

+

Voorgaande

Fundamenten van het Geloof 10 De Verlosser uit de dood

Fundamenten van het Geloof 11 Christus, de door God gezonden Verlosser

Fundamenten van het Geloof 12 Verzoening met God door het offer van Christus

++

Aanvullend

  1. Betreft de Mens
  2. Voorzieningen voor de keuzes van de mens
  3. Schepper en Blogger God 11 Het Oude en Nieuwe Blog 1 Gericht op één mens
  4. De verbonden – samenvatting
  5. Verlossing #2 De Bijbelse oplossing
  6. Zoenoffer
  7. Lam van God #3 Tegenover onschuldig dier een onschuldig man #2
  8. Een losgeld voor iedereen 1 De Voorziening van een tweede Adam
  9. Offers van mensen onvolkomen tegenover het volmaakte slachtoffer door God te leveren 1
  10. Offers van mensen onvolkomen tegenover het volmaakte slachtoffer door God te leveren 5 Toetssteen en steen van aanstoot
  11. Onvergeeflijke zonde en berouw
  12. Twee soorten mensen
  13. Wees gewaarschuwd niet te bestaan in een staat van toom’ah
  14. Zo maar gerechtvaardigd?
  15. Wanneer men geloof gevonden heeft door de studie van de Bijbel moet men werken van geloof verwezenlijken
  16. Zij die Geulah verdienen en tot de uitverkorenen zullen mogen behoren
  17. De aanduiding door Paulus en Jacobus van de werken die wij horen te doen
  18. Een race niet voor de snelste, noch een strijd om de sterkste
  19. Doopsel en bloedvergieten ter vergeving
  20. Verzoening en de gekochte race
  21. Voorbereidingstijd naar Pesach toe
  22. Verzoening en Broederschap 1 Getrouwheid en vergoeding
  23. Verzoening en Broederschap 2 Uit de eigen cocon stappen
  24. Verzoening en Broederschap 4 Deelgenoten in Christus
  25. Je overgevend, sorry zeggend, dat is de enige uitweg uit de diepte
  26. Inkeer – bekering en vergeving
  27. Christadelfiaanse geloofspunten #5 Beloften over Herstelplan
  28. Christadelfiaanse geloofspunten #8 Boodschap van Jezus wiens vergoten bloed vergeving van onze overtredingen brengt

Fundamenten van het Geloof 12 Verzoening met God door het offer van Christus

Gelooft u het getuigenis van God, zijn Zoon en zijn dienaren?

God openbaart Zich als de Heilige, die de zonden niet kan verdragen en deze veroordeelt.
De meeste mensen vrezen God echter niet. Hun denken en doen is gericht op het voldoen aan hun begeerten. Door deze aardse, vleselijke gezindheid is de mens onheilig en een vijand van God geworden:

“… de weg van de vrede kennen zij niet; de vreze (voor) God staat hun niet voor ogen.” (Romeinen 3:17-18)“

… weet u niet, dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is? Wie dus een vriend van de wereld wil zijn, wordt metterdaad een vijand vanGod.” (Jacobus 4:4)

“Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet van God … zij, die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen.” (Romeinen 8:7-8)

Wanneer God een Israëliet zijn zegen onthield of in zijn toorn strafte om diens zonde, dan voelde dit alsof God hem tot een vijand was geworden (zieJ ob 13:24; 19:11). Maar God beloofde niet voor altijd te zullen toornen (Ps. 103:9; Jer. 3:12). Hij maakte Zich bekend als barmhartig en vergevend God, die weet dat het vlees zwak is (Ex. 34:6-7; Ps. 78:38-39). Zijn werk is daarom gericht op het beëindigen van de vijandschap tussen Hem en mensen en het maken van vrede met wie van goede wil is:

“Eer aan God in de hoogste (hemelen), en vrede op aarde bij mensen (van) goede wil.” (Lucas 2:14)

“Verdrukking en benauwdheid (zal komen) over ieder levend mens, die het kwade bewerkt …; maar heerlijkheid, eer en vrede over ieder, die het goede werkt …” (Romeinen 2:9-10)

“Uw geloof heeft u behouden, ga heen in vrede.” (Lucas 7:50; 8:48)

God bewerkt deze vrede door de mens met Zich te verzoenen. Verzoening is de manier waarop Hij ons van zonde verlost. Moesten onder het Oude Verbond dierenoffers voor Israël verzoening bewerken, onder het Nieuwe Verbond stelt God het offer van Jezus Christus voor als zoenmiddel:

“Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid van God, en worden om niet gerechtvaardigd door de verlossing in Christus Jezus. Hem heeft God voorgesteld als zoenmiddel door het geloof, in zijn bloed …” (Rom. 3:23-25)

“Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon gezonden heeft als een verzoening voor onze zonden.” (1 Johannes 4:10)

“Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van zijn Zoon, zullen wij veel meer, nu wij verzoend zijn, behouden worden, door dat Hij leeft.” (Romeinen 5:10)

Deze verzoening tot vrede met God is niet alleen bedoeld voor het afgedwaalde volk Israël, maar voor alle mensen, tot welk volk zij ook behoren, en in welke tijd zij ook leven. Gods liefde is universeel:

“Maar onder elk volk is wie Hem vereert en gerechtigheid werkt, Hem welgevallig, naar het woord dat Hij heeft doen brengen aan de kinderen van Israël om vrede te verkondigen door Jezus Christus.” (Handelingen 10:35-36)

“… Jezus Christus, de rechtvaardige; en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die van de gehele wereld.”(1 Johannes 2:1-2)

Omdat God tot de komst van Christus, in zijn trouw aan zijn verbond met Abraham, Isaak en Jakob, alleen sprak tot Israël, was de prediking van het evangelie door de apostelen een openbaring voor velen in de heiden wereld. Het offer van Jezus reinigt van zonden en maakt niet alleen een einde aan de vijandschap van zondaars met God, maar ook aan de scheiding tussen Jood en niet-Jood.

“Want het heeft de ganse volheid (God) behaagd in Hem (Christus) woning te maken, en door Hem, vrede gemaakt hebbende door het kruisbloed, alle dingen weer met zich te verzoenen, door Hem, hetzij wat op de aarde, hetzij wat in de hemelen is. Ook u, die eertijds vervreemd en vijandig gezind was blijkens uw boze werken, heeft Hij thans weer verzoend, in zijn lichaam van vlees, door de dood, om u heilig en onbesmet en onberispelijk voor Zich te stellen.” (Kolossenzen 1:19-22)

“Want Hij (Christus) is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, doordat Hij in zijn vlees de wet van de geboden, in inzettingen bestaande,buiten werking gesteld heeft, om in Zichzelf, vrede makende, de twee tot één nieuwe mens te scheppen, en de twee, tot één lichaam verbonden, weer met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft.En bij zijn komst heeft Hij vrede verkondigd aan u, die veraf was, en vrede aan hen, die dichtbij waren; want door Hem hebben wij beiden in één Geest de toegang tot de Vader.” (Efeziërs 2:14-16; zie ook 6:15)

De wet maakt onderscheid tussen Joden en heidenen, het geloof in Christus Jezus verbindt hen. De wet leert wat zonde en onreinheid is, zodat de mens Gods heiligheid beseft en Hem vreest. Christus Jezus is het volmaakte voorbeeld van heiligheid, dat de gelovigen voor ogen kunnen houden en navolgen. In hem hebben allen deel aan Gods genade, waarin hij hen met zich verzoent en zijn vrede schenkt:

“Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus, door wie wij ook de toegang hebben verkregen tot deze genade, waarin wij staan.” (Romeinen 5:1)

De toestand van vijandschap tussen God en mensen, die ontstond door de zonde van de eerste mens, is in Christus tot een einde gekomen. Hiermee werd niet alleen de situatie in de hof van vóór de zonde hersteld, maar ook het doel, dat God voor ogen had, bereikt: een volmaakt en eeuwig levend wezen maken naar zijn beeld en als zijn gelijkenis, geschikt om Zijn schepping te besturen en te bewaren:

“Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen. En dit alles is uit God, die door Christus ons met Zich verzoend heeft en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft, welk immers hierin bestaat, dat God in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende was, door hun hun overtredingen niet toe te rekenen …” (2 Korintiërs 5:17-19)

 

Vraag ter overdenking:
Wat staat er in de brief aan de Filippenzen tegenover de gezindheid van het vlees?

Grote verzoendag

Voor de gelovige Israëliet was Verzoendag de grootste dag van het jaar. De Hogepriester ging met het bloed van een offerdier tot de Verbondsark in het heiligste vertrek van de Tempel om mensen en voorwerpen te reinigen. God beloofde daarbij dat Hij alle zonden en ongerechtigheid, die voor Hem werden beleden, voorgoed zou wegdoen (Lev. 16; 23:23-32; Hebr. 9:6-7; 18-22). Daarna kwam de Hogepriester naar buiten met een zegen voor het volk (Num. 6:22-27). Dit is een afbeelding van Gods heilswerk in Christus. Hij is de Hogepriester die eeuwige verzoening heeft bewerkt (Hebr. 9:8-10; 10:1). Hij heeft zichzelf één maal geofferd en is met zijn eigen bloed de hemel binnengaan. Daaruit verwachten zijn volgelingen hem met de zegen van eeuwig leven (9:11-15). Zijn offer is volmaakt en door God aanvaard om de zonden van alle mensen uit alle tijden, die hem als hun Verlosser verwachten, werkelijk en voorgoed weg te nemen (9:24-26; 10:11-14). Dierenoffers konden dat niet.

+

Voorgaand

Fundamenten van het Geloof 11 Christus, de door God gezonden Verlosser

++

Lees ook

  1. Betreft de Mens
  2. Twee soorten mensen
  3. De Falende mens #2 Vrije keuze
  4. Redding mogelijk voor allen
  5. Reddingsplan
  6. Het eeuwige verbond
  7. Fragiliteit en actie #15 Lossen of Verlossen
  8. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #1 Bedekking Lijden
  9. Vertrouwen in Jezus Christus
  10. Een losgeld voor iedereen 1 De Voorziening van een tweede Adam
  11. Een Messias om te Sterven
  12. De Verlosser 1 Senior en junior
  13. De Knecht des Heren #3 De Gewillige leerling
  14. De Knecht des Heren #4 De Verlosser
  15. De avond dat Jeshua zijn talmidim opdroeg dat de Pascha Seder vanaf die tijd zal worden gevierd ter zijner nagedachtenis
  16. Vergiffenis
  17. Genade heeft te maken met verzoening
  18. Loskoper
  19. Zo maar gerechtvaardigd?
  20. Zalving als teken van verhoging
  21. Offers van mensen onvolkomen tegenover het volmaakte slachtoffer door God te leveren 1
  22. Offers van mensen onvolkomen tegenover het volmaakte slachtoffer door God te leveren 4 Verzet tegen God en Overeenkomstige prijs
  23. Offers van mensen onvolkomen tegenover het volmaakte slachtoffer door God te leveren 5 Toetssteen en steen van aanstoot
  24. Onschuldig Lam
  25. Lam van God #3 Tegenover onschuldig dier een onschuldig man #2
  26. Messias zoon van David = Verzoening brengend
  27. Hoe heeft Jezus zulk een plezier voor God gedaan
  28. Zoenoffer
  29. Gisteren stierf hij voor mij
  30. Lijden goegemaakt door Jezus’ loskoopoffer voor zonde
  31. Verzoend met God
  32. Verzoening
  33. Verzoening met verbintenis
  34. Onvergeeflijke zonde en berouw
  35. Verscheidene Verbondakkoorden 9 Op het hart geschreven
  36. Actie bij aanvaarding van Redder Jezus
  37. Niet gebonden door labels maar vrij in Christus
  38. God wil u gunst betonen
  39. Verzoening en Broederschap 1 Getrouwheid en vergoeding
  40. Toewijding van ons
  41. Verzoening en de gekochte race
  42. Doopsel en bloedvergieten ter vergeving
  43. Zelfverloochening en witwassen door doop

Divine service (16-10-2013): “The way to salvation/ Die weg na verlossing”

In de Nazarener Jood zijn zoenoffer hoeven niet enkel mensen uit de Lyttelton Gemeente te vinden dat God hen nadert met Zijn liefde en niet met Zijn toorn, maar eerder met Zijn Wil om ons te redden, indien wij zijn voorziening willen aanvaarden. Met dat in het vooruitzicht moeten wij er dan ook niet voor terugschrikken om al het mogelijke te doen om die Genade van de Heer te verdienen en ten einde eeuwige verlossing te verkrijgen alle obstakels als overwinbaar in Christus Jezus naam te aanzien.

Jezus Christus heeft enkel de Wil van God willen doen en ging zelfs daarin zo ver dat hij er niet tegen op zag om er voor te sterven.

Om die Genade van God te verkrijgen zijn er de vereisten van geloof in Christus, geloof in zijn Vader, liefde voor God en onze naaste, maar ook hoop op de wederkomst van Christus.

Belemmeringen zijn onverschilligheid en rigtingloosheid. We kunnen zowel deze dingen voorkomen door een innige relatie met Jezus Christus te ontwikkelen. Aan die relatie horen wij dan wel te werken, zoals wij trouwens ook in ons dagelijks leven aan de relatie tussen onze echtgenoot of echtgenote, onze kinderen en onze buren en medemensen moeten werken.

God belooft een nieuw en eeuwig verbond met de mens.
• In dit verbond schenkt God ons zijn “goedheid” door zijn verlossingsdaad, het bezorgen van een getrouw zoon, wiens offer Hij bereid was te aanvaarden.
• Laat ons met eerbied onze harten ontvankelijk maken voor zijn liefde en trouw aan Hem blijven.

+

Vindt onder meer:

  1. Christus Jezus de zoon van God
  2. Jezus moest sterven
  3. Geloof in Jezus Christus
  4. Mogelijkheid tot leven
  5. Overtuiging voor de dingen die God beloofde
  6. Het loon der zonde is de dood; maar de genadegave van God is het eeuwige leven in Christus Jesus
  7. Acht slaande op de reddende
  8. Wees trouw aan het luisterende oor
  9. De Weg tot verlossing
  10. Geroepenen ontkomen
  11. Wedergeboorte en lidmaatschap tot een kerk
  12. Geef uw zorgen aan God
  13. Hoop tot Leven Redding door Christus Jezus
  14. Enkel het rouwmoedig zelf, ziek van haar pretenties, vindt verlossing
  15. Hij heeft mijn voeten op vaste grond gezet
  16. Christus wederkomst

++

English articles:

  1. A promise given in the Garden of Eden
  2. Belief of the things that God has promised
  3. God receives us on the basis of our faith
  4. Faithful to the leastening ear
  5. Waiting for Gods Salvation
  6. God’s Special Gift
  7. Heed of the Saviour
  8. Possibility to live
  9. The wages of sin is death; but the gift of God is eternal life through Jesus Christ
  10. Called ones escape
  11. Give your worries to God
  12. Only the contrite self, sick of its pretensions, can find salvation
  13. He set my feet on solid ground
+++
  • “Solus Christus” (rlbcblog.wordpress.com)
    In a meeting of two [not so] great theological minds, Oprah Winfrey asked Joel Osteen this: “Ok, here’s the big question. Are there many paths to get to the one God?” Oprah understands that this is a crucial question, one that must be answered and answered satisfactorily. An answer to this question is demanded by the world as well as by logic. Osteen answered with this: “Well, I believe Oprah that there, I believe that Jesus is the way to the one God, but there are many paths to Jesus.  You know, you don’t know how Jesus would reveal himself to somebody.” As is often the case with heresy, he starts out well, but then quickly crashes and burns. Let’s assess his answer as we think about what Solus Christus, the second of the “Five Solas” of the Reformation, means.
  • Salvation makes us fit to live (christianmotivations.weebly.com)
    What price must you pay for the Gospel? What does Christianity cost you? The answer is that it costs nothing to receive. There is nothing owing on that which Christ did for you and me on the cross. But when you start living the Gospel, it does come with a price. The price you pay for the Gospel is not by receiving it, but for spreading it, for putting it into practice.
  • The Opening of the Way (davidwinter.wordpress.com)
    The teachings of Jesus Christ are intended for everyone, however, fear of God brought about by past religious beliefs keep the mind in Judgment and UN-Forgiveness of ‘others.
    +
    To obtain “The Kingdom of Heaven” the essential means are: simplicity of heart and mind. This is why the Nazarene Master teaches us to be as small children thinking of nothing but what is before us now.
  • Divine service (30-10-2013): “Holding fast to divine salvation/ Vas te hou aan goddelike verlossing” (lytteltonnac.wordpress.com)
    God promises a new and everlasting covenant with mankind.
    • In this covenant, God grants us His “goodness” through His deeds of salvation.
    • In reverence, let us open our hearts to His love and remain faithful to Him.
    +
    God belowe ʼn nuwe en ewige verbond met die mens.
    • In hierdie verbond skenk God aan ons sy “goedheid” deur sy verlossingsdade.
    • Laat ons met eerbied ons harte ontvanklik maak vir sy liefde en getrou aan Hom bly.
  • The True Meaning of Giving and Charity (ntexido12.wordpress.com)
    The Torah legislated that Jews give 10 percent of their earnings to the poor every third year (Deuteronomy 26:12), and an additional percentage of their income annually (Leviticus 19:9­10). Hundreds of years later, after the Temple was destroyed and the annual tithe levied upon each Jew for the support of the priests and Levites was suspended, the Talmud ordered that Jews were to give at least 10 percent of their annual net earnings to tzedaka, the poor. (Maimonides, Mishneh Torah, “Laws Concerning Gifts for the Poor,” 7:5). Everything changed after Christ. Read your Bible!
  • Christ Versus the Trinity (steppingtoes.wordpress.com)