Theologie versus godsdienstleer of godsdienst geschiedenis

In de Europese universiteiten vindt me de theologie als wetenschapsgebied in directe verbinding met concrete godsdienstige praktijken. Niet alleen in die zin dat die praktijken voorwerp van onderzoek kunnen zijn, maar zo dat de afgestudeerde theoloog bekwaam en geschikt zou zijn om in die praktijken een professionele leidinggevende rol te vervullen.

Als die praktijken uit beeld raken en er geen predikanten meer worden opgeleid, zal de theologie als wetenschapsgebied verdwijnen.

stelde prof. dr. Gerrit Immink in 2014. Toen waren de meeste afdelingen Theologie aan de universiteiten meer instellingen waar de geschriften van theologen werden bestudeerd, meer dan het eigenlijke “Godswezen”.

Theologie betekent letterlijk de studie van God (verwijzend naar Theos = Grieks voor God en logos is Grieks voor `woord`, `leer`, `kennis` of `verhandeling). Dat maakt dat het eigenlijk in theologie moet gaan over de leer of kennis van God. Hierbij zou men kunnen zeggen dat er bij dat onderzoek naar de Godheid ook moet na gaan welke godheden er zo wat aanbeden worden. Inherent daaraan komt dan de studie van verscheidene goden, godsdiensten, godsdienstige groepen en onderwerpen. De term theologie is afkomstig uit de Christelijke traditie, maar kan ook gebruikt worden voor de studie of de geloofsinhoud van andere religies.

Gedurende Krimp zijn rectoraatsperiode werd er gezocht naar samenwerking, verplaatsing.

Op de achtergrond speelde steeds de vraag: Waar gaat het eigenlijk over in de theologie? Welk vakkenpakket is nodig om een predikant op te leiden?

zei hij in 2014.

Tegenwoordig lijkt het wel dat vele faculteiten weg gevaren zijn van de vroegere oorspronkelijke instelling voor dat vak. Ook brengt elke universiteit haar geestelijke instelling naar voor en laat deze geen openheid voor anders denkenden. Zo moet men in een Katholieke universiteit het Katholisch denkpatroon volgen en kan men zeker niet tegen de Drie-eenheid zijn bijvoorbeeld.

We beseffen wel dat al in de 19e eeuw er voortdurend bewegingen in de theologie waren die het accent verlegden van God naar de mens. Bovendien groeide de kritiek op het klassieke godsbegrip en kwam zelfs de gedachte op dat God een projectie is, maar als puntje bij paaltje kwam, liet men toch geen openheid tot andere leerstellingen dan die van de ondersteunende godsdienstgroep.

In 2014 haalde Krimp terecht aan:

Als de theologie de gedachte van de godgeleerdheid – hoe lastig en ingewikkeld die ook is – loslaat, komt het bestaansrecht van de theologie als zelfstandig wetenschapsgebied snel ter discussie te staan.

Het verschijnsel religie, religieuze ervaringen en rituelen – dat alles kan toch ook prima bestudeerd worden door antropologen, psychologen en sociologen? Wolfhart Pannenberg heeft terecht opgemerkt dat de theologie van het toneel zal verdwijnen, zodra we het Godsbegrip louter opvatten als een projectie vanuit de antropologie.

In veel instelling gaat men het geschiedkundig verloop na van één of meerdere godsdiensten. Men moet dan echter beseffen dat men daar dan meer een godsdienst historicus kweekt. Met de studie van al de vroegere theologische werken komt men dan eerder op het vlak van de taalkundige of sociaal wetenschapper zonder dat men de rol van theoloog hoeft op te nemen. Volgens Krimp is daar binnen een theologische universiteit of faculteit zeker ook plaats voor.

Maar als onze vakgebieden samen het geheel van de theologie vormen, moet elk vakgebied ook beoefend kunnen worden als theologie.

Volgens hem is het daarvoor

nodig dat er binnen het vakgebied systematische vragen gesteld worden met betrekking tot hedendaagse godsdienstige praktijken en met betrekking tot het spreken over God. Dat is niet eenvoudig, want dan moeten we zowel het vak goed beheersen als in staat zijn om op systematische wijze theologische thema’s in te brengen. En het wordt pas echt spannend als we dan ook nog het gesprek aandurven over de waarheidsclaims die in teksten of in praktijken tot uitdrukking komen.

Prof. dr. Gerrit Immink vertelt verder

In mijn bestuurlijke functie als rector heb ik steeds geprobeerd het academische karakter van de theologie hoog te houden, in het besef dat de afgestudeerde theoloog bekwaam en geschikt dient te zijn om als predikant in de kerk aan de slag te gaan. De gerichtheid op concrete praktijken en de wetenschappelijke doordenking van het spreken over God zijn voor mij twee zijden van dezelfde medaille.