Fundamenten van het Geloof 6: Beproeving van het geloof

Gelooft u het getuigenis van God, zijn Zoon en zijn dienaren?

Wanneer wij een apparaat kopen, proberen wij dat uit; want we willen weten of het voldoet aan onze verwachting.
God doet iets dergelijks, door allen die zeggen dat zij Hem geloven, te beproeven, om zo aan het licht te brengen of zij menen wat zij zeggen. Want geloven is niet iets vaags en vrijblijvends, maar actief, werkend door liefde voor God en mensen. Ook stelt de mens niet zelf de criteria vast voor wat geloof is. God vraagt een door Hem bepaald geloof. Alleen wie dat geloof toont, komt in aanmerking voor het eeuwige leven dat Hij aanbiedt. De Here Jezus vroeg zich eens af:

“… als de Zoon des mensen komt, zal Hij dan het geloof vinden op aarde?” (Lucas 18:8)

Het zou daarom goed zijn wanneer wij regelmatig ernstig bij ons zelf onderzochten, door de Bijbel goed te lezen en te bidden tot God, of het geloof dat wij zeggen te hebben, wel overeenkomt met het geloof dat Hij van ons vraagt, zoals Paulus dringend adviseert in 2 Korintiërs 13:5

“Stelt uzelf op de proef, of u wel in het geloof bent, onderzoekt uzelf”.

Het eeuwige leven is te kostbaar om er nonchalant mee om te gaan, menend dat wij toch wel behouden worden. Paulus wil ons bewaren voor teleurstelling op de dag van het oordeel. Maar behalve dat wijzelf ons zouden moeten beproeven, doet God het ons ook. Daarbij weet Hij hoever Hij kan gaan, zodat wij net niet door de druk hoeven te bezwijken:

“U hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. God is getrouw, die niet zal gedogen, dat u boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat u er tegen bestand bent”.(1 Korintiërs 10:13).

“Want doordat Hijzelf (Christus) in verzoekingen geleden heeft, kan Hij hun, die verzocht worden, te hulp komen …”. (Hebreeën 4:15; zie ook 2:18)

In een aantal gevallen zijn verzoeken en beproeven synoniem.

God beproeft of verzoekt niet willekeurig, maar met een doel: de versterking en groei van ons geloof, zodat we onze hoop op eeuwig leven bij de komst van Jezus uit de hemel vasthouden. Doordat Hij ons beproeft, krijgen wij als het ware inzicht in de mate van ons geloof op dàt moment. Dit biedt ons de mogelijkheid van de ene fase tot een volgende fase van ons geloof te komen, zodat dit zich ontwikkelt, groeit. De groei en versterking van ons geloof worden zichtbaar in onze hoop en goede deugden:

“… want u weet, dat de beproefdheid van uw geloof volharding uitwerkt. Maar die volharding moet volkomen doorwerken, zodat u volkomen en onberispelijk bent en in niets tekort schiet”. (Jakobus 1:3-4)“.

.. wij weten, dat de verdrukking volharding uitwerkt, en de volharding be-proefdheid, en de beproefdheid hoop; en de hoop maakt niet beschaamd …”. (Romeinen 5: 3-5)

“…indien u slechts wel gegrond en standvastig blijft in het geloof …”.(Kolossenzen 1:21-23)

In de Bijbel wordt ook wel het woord tuchtigen gebruikt; niet in de zin van een straf uit afwijzing, maar juist van een correctie uit liefde, omdat God niet wil dat de mensen die Hij lief heeft, verloren gaan. Zoals een vader en opvoeder geeft Hij kaders aan voor ons leven, zodat wij daar niet buiten treden. Daarbij horen kleine straffen, die ons moeten behoeden voor veel ergere gevolgen. Wanneer wij aannemen wat Hij ons leert, zal ons geloof eeuwige vrucht dragen.

De grote onderwijzer Jezus vergeleek dit met een wijnbouwer, die de ranken van een druivenstok inkort, zodat deze meer en betere vrucht geeft:

“Allen, die Ik liefheb, bestraf ik en tuchtig Ik; wees dan ijverig en bekeer u”.(Openbaring 3:19)

“… want wie Hij liefheeft, tuchtigt de Here, en Hij kastijdt iedere zoon, die Hij aanneemt … Hij doet het (tuchtigen) tot ons nut, opdat wij deel krijgen aan zijn heiligheid … tucht brengt hun, die erdoor geoefend zijn, een vreedzame vrucht, die bestaat in gerechtigheid”. (Hebreeën 12:4-11; 5:14; zie Jeremia 10:23-24)

“Elke rank aan Mij (Jezus), die geen vrucht draagt, snoeit Hij (God), opdat zij meer vrucht zal dragen”. (Johannes 15:1-8)

In de eerste eeuw werd de sterkte van het geloof van de volgelingen van Christus vooral beproefd door verdrukking en lijden: bleven zij volharden bij uitbanning, vernedering, geseling en naderende dood, of zeiden zij uit angst dat Jezus niet leeft, en dat zij geen aanhangers van Hem waren?

“…dienende de Here met alle ootmoed, onder tranen en beproevingen, die mij (Paulus) overkwamen door de aanslagen van de Joden …”. (Hand. 20:19)

“Wees niet bevreesd voor hetgeen u lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen van u in de gevangenis werpen, opdat u verzocht wordt … Wees getrouw tot de dood en Ik zal u geven de kroon des levens”. (Openbaring 2:10)

“Want doordat zij beproefd zijn gebleken in veel verdrukking …”. (2 Korintiërs 8:2; Romeinen 16:10)

Deze verdrukkingen maken deel uit van het louteringsproces dat God toepast, om enerzijds wie het niet waard is om het eeuwige leven te ontvangen uit te zuiveren, en anderzijds hen die het wel waard zijn geheel te zuiveren van de laatste resten van het kwade in hen:

“Geliefden, laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden … Integendeel, verblijdt u naarmate u deel hebt aan het lijden van Christus, opdat u zich ook met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring van zijn heerlijkheid”. (1 Petrus 4:12-13)

“Verheugt u daarin (hoop), ook al wordt u thans … voor korte tijd door allerlei verzoekingen bedroefd, opdat de echtheid van uw geloof, kostbaarder dan vergankelijk goud, dat door vuur beproefd wordt, tot lof en heerlijkheid en eer blijke te zijn bij de openbaring van Jezus Christus”. (1 Petrus 1:6-7; zie ook Lucas 22:31-32a; voor echtheid van het geloof Openbaring 3:18).

Voor wie het ene en waarachtige geloof vasthoudt, door verdrukking en lijden, of die nu licht of zwaar is, maar ook in de verleidingen die wij in en buiten ons ontmoeten, geldt deze zaligspreking:

“Zalig is de man, die in verzoeking volhardt, want, wanneer hij de proef heeft doorstaan, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben”. (Jakobus 1:12)

°°°

Vraag ter overdenking:

Heeft u zelf in uw leven iets ervaren van de keuzes waarvoor God u stelt?

Beproeving houdt keuzemogelijkheid in en daarvoor heeft God ons een vrije wil gegeven. Hij geeft vooraf de keuzemogelijkheden aan, met de gevolgen die deze hebben voor onze toekomstige bestemming (Deut. 30:11-20; Joz. 24:14-18). God helpt ons daarbij de beste keus te maken (Ps. 25:12; Rom. 8:26-30).

De idee van de eeuwige voorbestemming is daarmee in tegenspraak. God weet weliswaar alle dingen, maar Hij bepaalde niet wat wij doen en laten, alsof wij robots of willoze marionetten zijn,maar wat onze bestemming zal zijn, juist naar wat Hij tevoren zag van ons (on)geloof en onze (on)gehoorzaamheid. Wat zou anders de zin zijn van bidden of God ons wil bewaren in en redden van beproeving (Matth. 6:13; Openb. 3:10; 2 Petr. 2:9)? Hij heeft de criteria bepaald voor wie geschikt is dienaar in zijn Koninkrijk te zijn en op grond daarvan oordeelt Hij ons (2 Tim. 2:19-22). God is rechtvaardig in zijn verkiezingen oordeel (2 Thess. 1:3-12; Rom. 3:4-6; 2:1-11; Efez. 1:3-14; Rom. 9:14-24). Zo kon God ook vooraf getuigen van de rechtvaardigheid van zijn Zoon (1 Petr. 1:11; Matth.12:17-18; 3:17; 17:5).

J.D.

+

Voorgaande

Fundamenten van het Geloof: De lankmoedigheid van God

Fundamenten van het Geloof 2: De levende en waarachtige God

Fundamenten van geloof 3: De Persoonlijkheid van God

Fundamenten van het Geloof 4: Engelen. Gods volmaakte dienaren

Fundamenten van het Geloof 5: De mens, geschapen naar Gods beeld en als Zijn gelijkenis

++

Lees ook

  1. Gods vergeten Woord 25 Varen op Bijbels Kompas 7 Vrienden van de Heer
  2. Alle dingen eertijds geschreven tot ons onderricht
  3. Christen genoemd
  4. Geloof
  5. Wat de Bijbel zegt omtrent Geloof
  6. Geloof Vertrouwen voor het ongeziene
  7. Geloof in Jezus Christus
  8. Geloof in slechts één God
  9. Geloof en Geloven
  10. Geloof voor God aanvaardbaar
  11. Geloof niet zonder daden
  12. Christus toebehorenden
  13. Christen mensen met ons geloof
  14. Geloof zonder risico tegenstrijdigheid
  15. Gehoorzamen aan God
  16. Volharding en Bijbelstudenten
  17. De aanduiding door Paulus en Jacobus van de werken die wij horen te doen
  18. Wereld van moeilijkheden en veel ongemakken
  19. Tijd door de Maker gegeven
  20. De Dag is nabij #6 Uitzien
  21. Aan een betere opstanding deelhebben

+++

Verder gerelateerd

  1. Paulus en Jakobus hulle skryf oor geloof en werke
  2. Geloof is een Overtuiging
  3. Heb Geloof – deel 2
  4. Gewone geloof
  5. Hoender of eier: Begrip of geloof?
  6. Heb Geloof – In Pijn & Leed (Deel 3)
  7. Bly net glo!
  8. Een ander verschijnsel van het een (4)
  9. Om mure te bou

Bijbel en Wetenschap: Schepping, intelligent design, evolutie (6) De Boodschap van de Bijbel zelf

Bijbel en Wetenschap: Schepping, intelligent design, evolutie (6) De Boodschap van de Bijbel zelf

Waar gaat het nu uiteindelijk om in deze discussie over ‘intelligent design’?

Enerzijds zijn er bijbelgetrouwe christenen, ervan overtuigd dat God bestaat en de wereld heeft geschapen: voor hen valt daar niet aan te tornen. Anderzijds zijn er wetenschappers, die op grond van onderzoek tot conclusies zijn gekomen waarvan zij terecht menen dat je daar niet zomaar aan voorbij kan gaan.

Met geen van beide standpunten is op zichzelf iets mis. Er is zelfs geen fundamentele reden waarom die met elkaar in conflict zouden moeten zijn. Maar de discussie is vervuild geraakt doordat hij aan beide kanten in handen viel van fundamentalisten, die er een ‘godsdienstoorlog’ van hebben gemaakt.

De essentiële denkfout

Aan christelijke zijde is de basisfout al ten tijde van de ‘Verlichting’ gemaakt, door goed bedoelende gelovigen die in hun optimisme meenden dat je nu een oude droom in vervulling kon doen gaan: het bestaan van God wetenschappelijk bewijzen. Maar dat kan zo niet, en dus lukte dat ook niet. Het opkomend atheïsme heeft die voorzet voor open doel vervolgens vol benut: als die gelovigen het met hen eens zijn dat alles wat waar is ook wetenschappelijk te bewijzen valt, en als zij er dan vervolgens niet in slagen dat bewijs te leveren, dan is daarmee afdoende ‘aangetoond’ dat God dus niet bestaat, als een soort ‘bewijs uit het ongerijmde’.

Het grondprincipe van geloof is echter:

“Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven” (Johannes 20:29).

De ware gelovige gelooft om heel andere redenen dan die waar het in deze discussie voortdurend om gaat. En de ‘gelovige’ die voor zijn geloof wetenschappelijke bewijzen nodig heeft, zit bij voorbaat al op het verkeerde spoor. Die bewijsvoering dient dan ook niet om het geloof van gelovigen te versterken, maar om ongelovigen ‘plat’ te krijgen. Omdat het christendom zo onnadenkend is geweest zelf de discussie op deze basis aan te gaan, is zij vervolgens met haar eigen argumenten afgeslacht. Zij heeft, als een Eva, de verleider in haar hof uitgenodigd in de hoogmoedige overtuiging het debat met hem wel te zullen winnen, en kan nu niet meer terugvallen op het, op zichzelf juiste, argument dat de basis van dit debat zelf om te beginnen al volledig verkeerd is.

Wat de Bijbel ons werkelijk wil vertellen

“Wie tot God komt, moet geloven dat Hij bestaat” (Hebr. 11;6, NBG-51).

Dat moet het uitgangspunt zijn, niet het resultaat. Als de Schrift keer op keer spreekt over de wonderen van de schepping, is dat niet om Gods bestaan te bewijzen, maar om Zijn grootheid te benadrukken.

Een kind van God gelooft al in Zijn bestaan, en ziet om zich heen de bewijzen, niet van dat bestaan, maar van die grootheid en majesteit, en van Gods zorg voor Zijn kinderen.
Wij zijn de Schrift echter gaan lezen als beoordelaars in plaats van als leerlingen. Wij willen daarin vinden hoe God bezig is geweest in de schepping en niet waarom Hij dat allemaal heeft gedaan. Het eerste hoofdstuk van de Schrift vertelt ons dat God de aarde niet alleen maar heeft geschapen, maar dat Hij die vervolgens ook stap voor stap heeft ingericht en bewoonbaar gemaakt voor de mens. Dat moet ons leren dat de mens niet maar een toevallig bijproduct van die schepping is, maar het doel ervan, en dat wij mensen Hem dus kennelijk ter harte gaan. Maar wij gebruiken dat hoofdstuk alleen om uit te vinden hoeveel tijd het Hem koste om de klus te klaren, en hoe oud de aarde dus is; om het antwoord op die vraag vervolgens te gebruiken om onze mede gelovigen de maat te nemen: of de rechtzinnigheid van hun geloof wel door onze beugel kan. En we leiden er theorieën uit af over de wereld van voor de zondeval, gebaseerd op het feit dat God die situatie ‘zeer goed’ heeft genoemd (Gen. 1:31). Wat er in feite op neer komt dat wij God het recht ontzeggen die situatie zo aan te duiden wanneer die niet zou hebben voldaan aan onze criteria voor ‘zeer goed’.

Waar het echt om gaat

In de middeleeuwen was het een uitgemaakte zaak dat de aarde het middelpunt was van het heelal, want ‘dat stond duidelijk zo in de Bijbel’. En het was de christenheid volledig ontgaan dat de Schrift alleen spreekt van de aarde als het middelpunt van Gods doel met de schepping, en dat de vraag naar het fysieke middelpunt van het heelal daarvoor niet van belang is, en dat we het antwoord op die vraag daar dus ook niet kunnen vinden. In dat geval liggen de wetenschappelijke waarnemingen inmiddels echter zo duidelijk, dat de meeste van ons (hoewel niet allen!) daar intussen wel achter zijn. Maar het zou ons net zo duidelijk moeten zijn dat de beschrijving in Genesis 1 van de inrichting van die aarde (niet de schepping ervan) ons heel veel te vertellen heeft over Gods plan en doel met ons, en ook in dat geval helemaal niets over het fysieke proces. Maar op dat punt denken wij nog steeds middeleeuws, en dus gebruiken we dat hoofdstuk voor een totaal andere, volslagen onbijbelse, discussie.

De slotsom

Het wordt daarom hoog tijd terug te keren tot werkelijk bijbels denken.

“De hemel verhaalt van Gods majesteit, het uitspansel roemt het werk van zijn handen” aan hen die geloven (Ps 19:2),

om hun geloof te versterken. Maar het is geen wetenschappelijk bewijs voor Zijn bestaan, te gebruiken om anderen mee om de oren te slaan.

Genesis 1 maakt ons duidelijk dat

‘niets ons zal kunnen scheiden van de liefde van God’,

zoals ook het feit dat Hij,

‘toen wij nog zondaars waren’,

Zijn Zoon heeft gegeven om ons te verlossen uit de macht van de dood, ons daar nog verder van overtuigt. Maar het is niet bedoeld om ons een beschrijving te geven van Zijn werkweek, en al helemaal niet om er onze mede gelovigen de maat mee te nemen.

De middeleeuwen kenden felle discussies over de vraag hoeveel engelen konden dansen op de punt van een naald, maar niemands behoudenis heeft ooit afgehangen van het antwoord daarop. Zo zouden wij inderdaad moeten begrijpen dat deze schepping het resultaat is van een buitengewoon intelligent ontwerpplan, een plan bedoeld voor onze behoudenis. Maar dat zouden wij moeten koesteren als een kostbaar inzicht, ons door God geschonken om ons geloof te versterken, en om zo mogelijk te delen met anderen. Maar niet als een rechtvaardiging voor fundamentalistisch gedrag.

R.C.R.

+

Voorgaande

Schepping, intelligent design, evolutie – Ontstaan en ontwikkeling van het leven op aarde (1)

Schepping, intelligent design, evolutie – Ontstaan en ontwikkeling van het leven op aarde (2)

Schepping, intelligent design, evolutie (3) – Godsbewijzen van heidense filosofen en horlogemakers

Schepping, intelligent design, evolutie (4) Het ontstaan van het universum

Geloof en onderzoek: Schepping, intelligent design, evolutie (5) De atheïstische fundamentalist

Wetenschap en religie zijn met elkaar te rijmen

++

Aanvullende lectuur

  1. Grootste oorzaak van atheïsme in de wereld zijn de Christenen

Niets van de wereld eisend


Wanneer je niets van de wereld eist,
noch van God,
wanneer je niets wilt, niets zoekt, niets verwacht,
dan zal de allerhoogste staat onaangekondigd en onverwacht tot je komen.

Sri Nisargadatta Maharaj

English version / Engelse versie > Demanding nothing of the world

Overdenking voor vandaag

Niets is eindig…
maar een overgang!


‘Wanneer gij door het water trekt, ben Ik met u, gaat gij door rivieren, zij zullen u niet wegspoelen, als gij door het vuur gaat, zult gij niet verteren en zal de vlam u niet verbranden. Want Ik, de Here, ben uw God, de Heilige Israëls, uw Verlosser, Ik geef Egypte, Ethiopie en Seba als losgeld in uw plaats.’
Jesaja 43:2-3