Opvallend bij hulporganisaties die gegrond zijn op kerkgemeenschappen is dat bij hun hulpverlening ook een uitgesproken zending wordt ondernomen waarbij aan de geholpenen godsdienstles wordt gegeven.
Zo kan men bijvoorbeeld een organisatie vinden in Argentinië waarbij iemand in een Katholieke school voor inheemse jongeren in de hoge Andes godsdienst er een grote rol laat spelen en er het opleggen van een heel strenge moraal er hoger op de agenda laat staan dan ‘kritisch nadenken’. Ook al vinden de organisatoren dat
nou juist zo’n centraal punt in ons programma; zelf nadenken en je eigen mening vormen. {God, angst, planning en meer van die obstakels…..}
de katholieke schrijfster Christien Oudshoorn, die werkte als trainster op het gebied van Leiderschap en communicatie en in die hoedanigheid regelmatig naar Bolivia ging om daar jonge trainers op te leiden getuigt:
Het groepje docenten dat wij opleiden is relatief liberaal. Zij geven onder andere ook seksuele voorlichting aan de jongeren, al gaat dat
niet zonder slag en stoot. Ze stoppen er veel energie in om de verlegen jongeren op hun gemak te stellen en te stimuleren openlijk hun vragen en zorgen over seksualiteit te bespreken, maar laatst kwam een andere docente binnen tijdens de les om te zeggen dat je direct naar de hel gaat als je masturbeert en dat mensen die seks voor het huwelijk hebben geen goede Christenen zijn. En onder andere die docente had nu ook wat ‘suggesties’ voor ons leiderschapsprogramma. {God, angst, planning en meer van die obstakels…..}
Men kan zich afvragen in welke mate kinderen die men tracht te helpen verder nog extra boodschappen moet geven en dan nog zeker moet gaan bang maken met allerlei verzinsels of bijbelse onwaarheden waar de ene of ander genootschap wel in gelooft. Hoort een hulpverleningsorganisatie nog eens extra geestelijke vorming te geven terwijl deze al door de plaatselijke onderwijsinstellingen gegeven wordt, indien deze al zouden bestaan.
Ook heeft men de plaatselijke instellingen die al of niet organisaties van buiten af zich moeten laten inmengen met hun acties of onderricht en opvoeding of opvoedingsbegeleiding.
Meermaals ziet men dat de hulpverleners de docenten die het programma geven voor een ingewikkelde strategische uitdaging staan, waarbij zij al of niet veel of geen begrip kunnen opbrengen en/of krijgen, zonder al te veel af te wijken van hun eigen pad.
Van de christelijke organisaties horen wij meestal dat zij niet om God heen kunnen om hun programma te kunnen waar maken. Daarbij moeten wij dan wel de vraag stellen, wat eigenlijk hun programma zou moeten zijn?! Is de hulpverlening slechts een excuus voor hun om hun eigen godsgedachte aan anderen op te dringen? In hoe verre willen zij werkelijk hulp verlenen om mensen een menswaardig bestaan te geven zonder hun eigen gedachte goed te willen op dringen?
Vreemd genoeg zegt de katholieke schrijfster dat die God wel degelijk een plaatsje in het programma moeten krijgen,
omdat we het hier anders simpelweg niet kunnen aanbieden en het wel heel belangrijk is voor deze jongeren om getraind te worden. Aan de andere kant moeten we ook niet te veel ruimte geven aan ‘jan en alleman’ om het programma aan te passen, want dan wordt de situatie onwerkbaar voor de trainers en leren jongeren nog niet om zelf hun eigen mening te vormen. {God, angst, planning en meer van die obstakels…..}
Voor hen die vanuit een of andere religieuze organisatie gestuurd worden naar een hulpgebied kan het soms als een tegenstrijdig krachtenveld aan voelen. Diegenen die naar het veld gestuurd worden moeten ontzettend goed weten wat ze wil en waar ze heen gaan en dat moeten zij de hele tijd uitdragen om bijvoorbeeld fondsen bij elkaar te kunnen krijgen.
Tegelijkertijd zijn de omstandigheden ‘in het veld’ zo verschillend en onvoorspelbaar dat je enorm flexibel en steeds bereid moet zijn om ideeën juist los te laten en je plannen aan te passen. Elke dag is het weer balanceren tussen ‘aansluiten bij de ander’ en tegelijkertijd ‘vasthouden aan mijn eigen waarden en intuitie’ en dat is ongelofelijk leuk, frustrerend, leerzaam, verwarrend en bijzonder. {God, angst, planning en meer van die obstakels…..}
Dat bijzondere en ook de kennis van te weten dat men er nodige hulp kan aanbieden moet enorm motiverend zijn om aan de slag te gaan. Maar tevens kan het voor sommigen ook wel eens frustraties oproepen omdat sommige elementen in conflict kunnen geraken, namelijk bepaalde ethische en religieuze kwesties met de wijze waarop daar geleefd wordt en met de conflicten war mee men moet omgaan.
L W van de Wege respondeert ook:
Ik ben al erg lang betrokken bij Argentinie. Mijn conclusie is dat Argentinie het zal moeten hebben van “Civil Society”. In dat licht bezien is het werk wat jullie doen erg belangrijk. Het moeilijkste lijkt me een formule te ontwikkelen die aansluit bij het ritme en het tempo van het land zelf.
Ik weet hoe moeilijk en ontmoedigend het dikwijls is om iets te realiseren in Argentinië.
Anderzijds is het een enorme uitdaging en als je alleen al een formule weet te ontwikkelen doe je iets geweldigs.
Bij de hulpverlening is het belangrijk dat men diegenen die men komt helpen ook meer zelfvertrouwen in eigen kunnen geeft en dat er niet plotseling een dienstverlening is die even plotseling verdwijnt zonder enig verder contact. Er moet verder opvolging blijven geschieden.
Met een actieve begeleiding kunnen jongeren in een uitzichtloze situatie weer gaan geloven in een betere toekomst, en in zichzelf.
In welke mate willen die organisaties die hulp gaan verlenen deze mensen tot wie zij komen, vrij laten in hun eigen denken?
Moeten religie en ontwikkelingssamenwerking volledig worden gescheiden?
Is dat wenselijk? Is dat überhaupt wel mogelijk?
Hoe moeten ontwikkelingsactoren zich verhouden ten aanzien van andere religieuze actoren? Moeten seculiere organisaties het beleven van religie en het opbloeien van religieuze organisaties in ontwikkelingslanden mogelijk maken of net tegenwerken?
Dit zal deel uitmaken van een debat dat in Brussel zal gehouden worden op donderdag 1 oktober 2015 in Espace Jacquemotte, Hoogstraat 139, 1000 Brussel. (De ingang vindt u rechts naast de ingang van het hoofdkantoor van de BTC.)
+
Mogelijks kan u meer over zulk een hulpverlening en Christien Oudshoorn vernemen via Stichting Che Amigo welke beweert mens en gemeenschap in beweging te brengen. Zij zijn ervan overtuigd dat educatie de meest effectieve manier is om duurzame ontwikkeling te bereiken. Daarom heeft Che Amigo een trainingsprogramma genaamd ´Leiderschap in je Community´ ontwikkeld, dat zij op dit moment in verschillende gemeenschappen in Argentinië en Bolivia aanbieden. www.cheamigo.nl
- Dankbaarheid
- Hemel of hel…
- Bezielend Leiderschap: ‘Wat bezielt Christien Oudshoorn om in een sloppenwijk van Buenos Aires te gaan wonen?’
- Toegang tot de arbeidsmarkt
- Kansarm, maar zeker niet kansloos
- Testimonio Christien Oudshoorn
++
> Is er een noodzaak religie en ontwikkelingssamenwerking volledig te scheiden
> Ontwikkelingsdebat | 1 oktober 2015
+++