Fundamenten van het Geloof 15 De Rechter en zijn oordeel

Gelooft u het getuigenis van God, zijn Zoon en zijn dienaren?

Als Koning over de gehele aarde, is God niet alleen de Wetgever, maar ook de hoogste Rechter. In het Oude Testament maakt Hij Zich als zodanig bekend:

“God is een rechtvaardig Rechter …” (Psalm 7:12)

“… zou de Rechter van de ganse aarde geen recht doen?” (Genesis 18:25)

Rechtvaardig recht spreken houdt onder andere in dat Hij onpartijdig is, zonder aanzien van de persoon handelt. Opdat dit voor iedereen duidelijk zal zijn, is zijn rechtsgeding tegen mensen openbaar. Aan een ieder die hierbij betrokken is, moet bekend worden waarom God de een vrijspreekt van schuld en de ander voor schuldig houdt. God weet wat in het diepst van de mens verborgen is, ook alles wat onzichtbaar bleef voor andere mensen, het goede en het kwade. Daarom mogen wie zich Hem toewijden, door met hart en ziel zijn wil te doen, zich veilig en zeker weten in de handen van deze rechtvaardige Rechter. Zij zullen door Hem bevrijdt, verlost worden van de vijandige wereld. Wat de vijanden van God en zijn kinderen in het geheim beraamd hebben, zal duidelijk worden voor iedereen:

“Maar, HERE der heerscharen, rechtvaardige Rechter, die nieren en hart toetst, ik zal uw wraak aan hen (die Gods kinderen kwaad doen) zien, want op u heb ik mijn rechtsgeding gewenteld.” (Jeremia 11:20)

“Want de HERE, onze Rechter, de HERE, onze Wetgever, de HERE, onze Koning, Hij zal ons verlossen.” (Jesaja 33:22)

“Er is niets bedekt, of het zal geopenbaard worden, en verborgen, of het zal bekend worden. Daarom, al wat u in het donker gesproken hebt, zal in het licht gehoord worden en wat u aan het oor gesproken hebt, in de binnenkamer, zal van de daken gepredikt worden.” (Lucas 12:2-3)

“Daarom velt geen oordeel vóór de tijd, dat de Here komt, die ook hetgeen in de duisternis verborgen is, aan het licht zal brengen en de raadslagen van de harten openbaar zal maken.” (1 Korintiërs 4:5)

Ondanks dat God bepaalde vormen van rechtspraak overliet aan oudsten (Ex. 18), richters, koningen, en priesters in Israël (2 Kron. 19:4-11; Ezra 7:25), waren deze door hun zwakheid niet volmaakt rechtvaardig. Wie daar het dichtst bij kwamen waren Mozes en Salomo. Zij spraken recht namens en in de geest van God. Koning Salomo ontving in de beginjaren van zijn koningschap grote wijsheid van God. Die tijd was een voorafschaduwing van het koningschap van Christus. De heer Jezus zei dat hij meer is dan Salomo (Matth. 12:42). Al tijdens zijn leven op aarde gaf God hem rechterlijke bevoegdheden, bijvoorbeeld om zonden te vergeven:

En hun geloof ziende, zei Hij:

Mens, uw zonden zijn u vergeven. En de schriftgeleerden en de Farizeeën … zeiden:

… Wie kan zonden vergeven dan God alleen?

Doch Jezus … zei tot hen:

… Wat is gemakkelijker te zeggen:

Uw zonden zijn u vergeven, of te zeggen: Sta op en wandel?

Maar opdat u mag weten, dat de Zoon de mensen macht heeft op aarde zonden te vergeven – zei Hij tegen de verlamde:

Tot u zeg Ik, sta op, neem uw bed op en ga naar uw huis …” (Lucas 5:17-26).

Hij sprak echter ook over een latere tijd. In een gelijkenis herinnerde hij eens aan wat God had gesproken door de profeet Ezechiël:

Hij zou rechtspreken tussen zijn schapen en de rammen en bokken, die zijn schapen verdrongen en uitbuitten (Ezechiël 34):

“En u, mijn schapen, zo zegt de Here HERE, zie Ik zal rechtspreken tussen het ene schaap en het andere, tussen de rammen en de bokken de vette en de magere schapen.” (Ezechiël 34:17, 20-22)

“Wanneer dan de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en al de engelen met Hem, dan zal Hij plaats nemen op de troon van zijn heerlijkheid. En al de volken zullen vóór Hem verzameld worden en Hij zal ze van elkaar scheiden, zoals de herder de schapen scheidt van de bokken, en Hij zal de schapen zet- ten aan zijn rechterhand en de bokken aan zijn linkerhand. Dan zal de Koning tot hen, die aan zijn rechterhand zijn, zeggen:

Komt u gezegenden van mijn Vader, beërft het Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging van de wereld af …

Dan zal Hij ook tot hen, die aan zijn linkerhand zijn, zeggen:

Gaat weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur …” (Mattheüs 25:31-46)

Hoewel ook in het Nieuwe Testament God de rechtvaardige Rechter is (Romeinen 2:2, 5 en 16, 3:6, 14:10; 1 Kor. 5:13; 2 Thess. 1:5; Hebr. 12:23, 13:4; 1 Petr. 1:17, 2:23; Jac. 4:12; Openb. 6:10, 16:7, 18:4-19:5), heeft Hij de heer Jezus aangewezen om in Zijn naam als Rechter op te treden:

“Want … de Vader oordeelt niemand, maar heeft het gehele oordeel aan de Zoon gegeven.” (Johannes 5:22)

“En Hij (Christus) heeft ons geboden het volk te prediken en te betuigen, dat Hij het is, die door God is aangesteld tot rechter over levenden en doden.” (Handelingen 10:42)

“Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.” (2 Korintiërs 5:10)

Net als zijn Vader in de hemel is hij rechtvaardig en oordeelt hij zonder aanzien van de persoon:

“Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet mijn wil, maar de wil van Hem, die Mij gezonden heeft.” (Johannes 5:30; zie ook 7:24)

Jezus zei dat hij zal komen om eenieder te vergelden. Dit betekent dat het oordeel niet direct bij de dood wordt uitgesproken. In het Nieuwe Testament zijn vele passages, die er op wijzen dat het oordeel samenvalt met de komst van Christus naar de aarde en de opstanding van de doden:

“Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van zijn Vader … en dan zal Hij een ieder vergelden naar zijn daden.” (Mattheüs 16:27)

“Verwondert u hierover niet, want de ure komt, dat allen, die in de graven zijn, naar zijn stem zullen horen, en zij zullen uitgaan, wie het goede gedaan heb- ben, tot de opstanding ten leven, wie het kwade gedaan hebben, tot de opstan- ding ten oordeel.” (Johannes 5:28-29; zie ook 6:39-40)

Dit moment is ‘de dag van de Here’, de door God vastgestelde dag van oordeel voor alle mensen:

“Maar Ik zeg u: Van elk ijdel woord, dat de mensen zullen spreken, zullen zij rekenschap geven op de dag van het oordeel …” (Matth. 12:36; 1 Petr. 4:5)

“ ten dage, dat God het in de mensen verborgene oordeelt, volgens mijn evangelie, door Christus Jezus.” (Romeinen 2:16)

“Ik betuig u nadrukkelijk voor God en Christus Jezus, die levenden en doden zal oordelen, met beroep zowel op zijn verschijning als op zijn koningschap …” (2 Timotheüs 4:1; zie ook vers 8)

Wie in zijn hart geen kwaad heeft beraamd en God altijd van harte heeft gediend, heeft niets te vrezen voor de Rechter. Jezus zei dat zo iemand niet in het oordeel komt. Waarmee hij bedoelde dat hij niet voor de Rechter wordt gedaagd om het doodvonnis uit zijn mond te horen:

“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel.” (Joh. 5:24)

“Hierin is de liefde bij ons volmaakt geworden, dat wij vrijmoedigheid hebben op de dag van het oordeel … Er is in de liefde geen vrees, want vrees houdt verband met straf” (1 Johannes 4:17)

 

Vraag ter overdenking:
Hoe zal het bij het oordeel gaan denkt u?
Kunnen wij ons verdedigen?

+

Voorgaande

  1. Bijbels geloof en heidense filosofie
  2. Fundamenten van het Geloof 6: Beproeving van het geloof
  3. Fundamenten van het Geloof 12 Verzoening met God door het offer van Christus
  4. Fundamenten van het Geloof 13 Rechtvaardiging door geloof
  5. Fundamenten van het Geloof 14 De komst van Christus in heerlijkheid
  6. Problemen bij vele Christenen aan de boodschap ‘God is liefde’
  7. Als de tijd ten einde loopt …… Slechts een klein deel gered

++

Lees ook

  1. Jehovah kan hem staande houden
  2. Gedachte voor vandaag: “God vragen tegen de vijanden op te staan” (03 januari)
  3. Alleenvoelend bang om met anderen te verbinden om te groeien in geloof
  4. De naaste liefhebbend als zichzelf
  5. Bepaal de aandrijving
  6. Schaam u dus niet voor het getuigenis van onze Heer
  7. Tijdens Coronaperiode toch Dagen om over God te praten
  8. Mishpat in het Hebreeuws en in het Grieks #1 Oud en Nieuw Testament
  9. Schapen en bokken 1 Aangenomen, verworpenen en slaven
  10. Als de tijd ten einde loopt … 5 De weinigen die behouden worden
  11. De doden – Waar zijn ze? 24 Verhalen, eerste dood en hemelen
  12. De doden – Waar zijn ze? 25 De Tweede Dood
  13. Christadelfiaanse geloofspunten #16 Koninkrijk van God voor sommigen tot eeuwig leven en anderen tot schande en eeuwige verachting
  14. Christadelfiaanse geloofspunten #17 Koninkrijk van God – Gehoorzamen en ongehoorzamen opgeroepen voor Jezus zijn rechterstoel
  15. Christadelfiaanse geloofspunten #18 Koninkrijk van God – Beloning voor trouw en bestraffing voor ontrouw

Problemen bij vele Christenen aan de boodschap ‘God is liefde’

Het is algemeen geweten dat vele niet-gelovigen of atheïsten er over spreken dat als er een god zou bestaan deze zeker niet een van liefde kan zijn, want er gebeuren zo veel afgrijselijke dingen in deze wereld. Velen vergeten hierbij wie eigenlijk de schuldige is voor die vele wreedheden en wie de eigenlijke veroorzaker is van de vele natuurrampen.

“Overal in kerken hoor je dat ‘God liefde is’.

Aan die drie woorden wordt vaak het woordje ‘onvoorwaardelijk’ toegevoegd. Juist dat woord zorgt voor veel schade,”

vertelt David Pawson, die hier aan toe voegt

“Jezus en de apostelen noemden de liefde van God niet in hun publiekelijke prediking.”

David Pawson sprak twee weken geleden in Zuid-Afrika tijdens een conferentie voor voorgangers en predikanten.

“Wat begrijpt een ongelovige van deze ‘onvoorwaardelijke liefde’? In Engeland kregen twee homoseksuelen door middel van een draagmoeder een kind. Nadat ze hun tweede kind kregen gingen ze daar mee naar de Church of England, om de baby te laten dopen. De vicaris twijfelde over het dopen van de baby’s. Een van de mannen reageerde hierop en zei: ‘Gods liefde is toch onvoorwaardelijk? Die liefde veroordeelt niet.’ De man zei dit omdat hij ergens de toevoeging ‘onvoorwaardelijk’ had opgepikt.”

Vandaag vinden wij wel zeer veel gelovigen die zeer veroordelend zijn. Meer en meer beginnen zogenaamd Christenen te kappen op andere mensen, en vooral op diegenen die niet van hun land zijn. Vreemdelingen moeten het overal ontgelden. zou liefde niet alles moeten overtreffen en boosheid en veroordelingsdrang uit de wereld moeten helpen?

David Pawson:

“Wanneer we ongelovigen vertellen dat God liefde is, nodigen we mensen uit tot criticisme. Want als God liefde is, waarom lijden er dan zoveel mensen?
Voor een ongelovige betekent dit woordje ook dat God nooit oordeelt. Dat betekent dan ook dat God nooit iemand naar de hel stuurt. Toen ik eens een boek had geschreven over de hel werd ik overal in Engeland geïnterviewd. De interviewer vroeg mij:

‘hoe kan een God die liefde is iemand naar de hel sturen?'”

Hierbij werd dan heel duidelijk hoe de bevrager en Pawson zelf een vertekend beeld hebben van wat de hel volgens de Bijbel eigenlijk is. Pawson antwoordde door een vraag terug te stellen:

‘waar heb je het idee vandaan dat God een God van liefde is’.

‘Zei Jezus dat niet?’

antwoordde de presentator. Ik vertelde hem dat alles wat ik over de hel had geschreven in mijn boek, mij is geleerd door Jezus. Het was Jezus die de mensen over de hel vertelde. Op twee waarschuwingen over de hel na, gaf hij deze zelfs aan zijn discipelen. Toen hij de zeventig uitzond zei hij:

‘Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Wees liever bang voor hem die in staat is én ziel én lichaam om te laten komen in de Gehenna.'”

Volgens Pawson is de liefde van was niet de apostelen hun Evangelie, terwijl wij van die liefde het centrum maken.

Het is een feit dat Jezus, noch de apostelen de liefde van God noemde in hun publiekelijke prediking. En toch horen wij het overal.

Ik sprak eens voor een paar honderd evangelisten in Noorwegen en vertelde hen over dit probleem met de zin ‘God is liefde’ in evangelisatie. Een meisje kwam na afloop in tranen naar me toe en zei:

u nam mijn Evangelie weg.

‘Maar Jezus vertelde hen over God zonder de liefde van God te vertellen,’ antwoordde ik. Waarom zouden wij dat niet kunnen? Omdat we het misschien niet hebben begrepen?”

Moeten we dan vertellen dat God ‘goed’ is? Dat komt wat dichter bij de waarheid. Het woordje ‘goed’ gebruiken we als het gaat over onze hond, het weer. Het zou een belediging zijn om het met die achterliggende betekenis te gebruiken als het om God gaat. Jezus zei eens tegen iemand: ‘Waarom noem je mij goed? Er is niemand goed dan God.’ Als we die uitspraak serieus nemen gebruiken we het woordje ‘goed’ alleen maar voor God, zodat we Hem een speciale plek geven.

Nochtans zouden wij moeten beseffen dat God wel degelijk Zijn schepping lief heet. Maar God heeft de mens ook dat gegeven wat de mens verlangde. De mens ging in verzet tegen God en twijfelde over Zijn rechtschapenheid en Zijn recht om alles te beheren. Aldus heeft God de wereld in de handen van de mens gegeven. Uit liefde gaat Hij niet in tegen de mens, maar laat Hij die zijn gang gaan. Ook al doet de mens heel wat slecht tegenover het milieu. Het klimaatprobleem is ontegensprekelijk het gevolg van menselijk wanbeheer.

David Pawson haalt aan

We kunnen in plaats van ‘God is goed’, en ‘God is liefde’ beter het woord ‘rechtvaardig’ gebruiken.

Jezus noemde God niet lieve, of goede Vader. Hij noemde Hem ‘rechtvaardige Vader.’ God is rechtvaardig. Dat betekent dat alles wat Hij doet goed is, en juist daar zit een zekerheid in.
Ik schreef eens op een vel papier alle dingen die God niet kan doen. Uiteindelijk vond ik 31 dingen die God niet kon doen. ‘Hij kan niet een leugen vertellen. Hij kan niemand dwingen van Hem te houden. Hij kan geen belofte breken.’ Toen ik dat opschreef, realiseerde ik me dat de dingen die Hij niet kon doen, ik wel had gedaan. Ik realiseerde mij dat ik mij zo machtiger wilde maken dan God. De Heer heeft de kracht om alles te doen, maar zijn natuur voorkomt dat Hij slechte dingen doet.”

Dit is goed en slecht nieuws, stelt Pawson.

“God houdt meer van rechtvaardigheid dan van mensen, vanwege wie Hij is. Kijk maar naar wat er bij Noach gebeurde. Een hele generatie werd overspoeld vanwege hun ongerechtigheid. God houdt meer van rechtvaardigheid dan van mensen. Anders had hij nooit de vloed kunnen sturen. Dit vindt de wereld moeilijk om te accepteren. Het laat zien dat Hij niet alleen de Schepper is, en de God die er nu is, maar ook dat hij de Rechter is van alle mensen. Er zal een dag komen dat God rekeningen op maakt. Dat is het feit wat lijkt te verdwijnen wanneer het over onvoorwaardelijke liefde gaat. Op een dag zal God al het kwaad vergelden en dit bovendien weg doen. Dan zal Hij een nieuw universum, een nieuwe hemel maken, en daarin zal rechtvaardigheid zijn. Hij wil ons daar voor klaar maken.”

Vandaag is er de mens die meer en meer laat zien dat hij de Liefde van God niet in zich draagt. Velen die zich Christen noemen dragen ook de liefde van Christus niet in zich. Waar Jezus het op nam voor de armen en minst bedeelden, willen de huidige Christenen veelal zichzelf verrijken en zitten zij helemaal niet in met mensen van andere streken die zij liefst niet in hun eigen streek zien belanden. voor hen is hun eigen stekje heilig en is er geen plaats voor immigranten of voor anders gelovigen.
Daar waar Jezus open stond voor vele andere mensen, is er in hun hart geen plaats voor die ander.